Titanenstrijd

Donderdag 31 maart. Wouter en Hans hebben gisteravond de duik voor vandaag op vijf uur gezet. Het grootste deel van de dag was het zonnig maar om vier uur begon de regen. Het is redelijk droog als Wouter en ik om tien voor vijf op de fiets stappen. Het waait behoorlijk en we hebben wind mee dus voelen niet dat het best koud is maar beseffen dat de terugweg pittig kan worden, terwijl Wouter en ik op de fiets zitten stuurt Evert-Jan dat hij last van smoesjes heeft die ongetwijfeld weer-gerelateerd zijn, gezien het buienradarplaatje dat hij stuurt. Ook Kim heeft een berichtje gestuurd dat ze met de auto gaan, op zich een goed idee maar als Inge appt dat Wouter en ik al onderweg zijn op de fiets besluiten ze op ons te wachten. Kim en Evert-Jan hadden eigenlijk wel gelijk want het is rond de vier graden, het waait en het regent. Op het strand parkeren Hans, Kim, Wouter en ik ons onder de trap en proberen op die manier een beetje droog te blijven, of in ieder geval onze kleren droog te houden. Als we er klaar voor zijn zegt Kim "ik ga niet lopen hoor" dus ik vraag of ze naar het water gaat kruipen maar het wordt rennen. Goed plan want het is echt koud met die wind en regen. Het water is met 8.9 graden bijna een warme deken, dat is lichtelijk overdreven maar zeker warmer dan uit het water. Terwijl de regen en wind onze hoofden koel houden dobberen we wat rond en proberen de hoge golven die af en toe voorbij komen te pareren want elke klets water die over je hoofd komt zorgt in de koude wind voor een brain freeze. Maar eerlijk is eerlijk, in het water is het prima. Op een gegeven moment slaat er achter ons een golf om en de spetters die daardoor gevormd worden waaien tegen onze schouders en hoofden, het lijken wel naalden. We houden het zo'n zeven tot acht minuten vol en gaan eruit, Wouter rent naar de kleren, de rest loopt met gepaste haast. Het is koud en nat en een "warme" handoek is een geschenk uit de hemel. Tijdens het afdrogen en aankleden wordt de sfeer gekenmerkt door zuchten en steunen, we beklagen onszelf om de rot hobby die we hebben. Als we aangekleed zijn lopen we de boulevard op, het is harder gaan regen en de wind blaast deze nog eens extra hard in ons gezicht. We kunnen niets anders dan steeds in de lach schieten om dit onnozele gedoe. Bij de fiets lopen we tegen het volgende, eerder voorziene, probleem aan, het slot van Kim. Al sinds een paar weken gaat het slot van Kim slecht open en ondanks pogingen van Hans om dit met WD40 op te lossen blijft het een tijdbom en ja hoor, hij gaat af. Kim doet de eerste poging maar door het zwemmen en de nabehandeling door regen en wind zijn haar vingers zo koud dat ze de sleutel niet in beweging krijgt. Ik geef het ook een poging, geen succes. Kim zegt "ik loop wel, die fiets regelen we wel een andere keer" maar Hans geeft het ook een poging en terwijl we met z'n drieën gebukt van de kou, trappelend met onze voeten, hoopvol toekijken tovert Hans het slot open. "Snel fietsen" zeg ik maar die aanmoediging had niemand nodig. Op de fiets komen we erachter dat we de kou echt onderschat hebben want Hans en ik zijn met blote voeten in flipflops en niemand heeft handschoenen aan. Die voeten dat viel nog wel mee maar tegen de wind van vier graden in fietsen met een windkracht vijf en harde regen is zonder handschoenen toch wel de meest barre uitdaging van deze dag. Door de regen hebben we bijna geen zicht en fieten we bijna tegen een spookrijdende fietser op. Hans en Kim zijn thuis als Wouter en ik op de helft zijn en ook nog twee stoplichten te gaan hebben. Thuis hebben we dan ook nog wel even de tijd nodig voordat onze handen weer bruikbaar zijn. Het was een barre titanenstrijd maar achteraf elke seconde waard.

Reacties

  1. Heerlijk afzien was het! Ik had dit zelf niet meer verwacht na al die mooie lentedagen en mooie zonsondergangen!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

K-Kwal

Eerste lentedag

Flessenpost