Rare jongens, die Nederlanders

Donderdag zeventien november. Vandaag loopt het wat anders, Inge moet 's avonds weg dus gaat samen met Hans, Marie-Louise en haar tandarts aan het eind van de middag zwemmen. Zelf ben ik pas om iets na zeven thuis dus probeer een tweede ploeg samen te stellen en dat lukt, een dolenthousiaste Esther en Jean-Pierre sluiten aan. Het wordt half acht, bij het stoplicht vraagt een man in het Engels naar de weg richting het stadhuis, ik moet een stuk dezelfde kant op dus hij fietst met me mee, hij gaat naar school zegt hij, voor een cursus Nederlands, ik zeg tegen hem "oh ik ga zwemmen in zee". "Rare jongens, die Nederlanders" moet hij gedacht hebben en vraagt vol interesse naar de temperatuur en of het koud voelt., Even later wijs ik hem de rest van de weg en sla af richting de Leeuwentrap, onderaan de trap kom ik Kim tegen, ik vraag of ze mee gaat zwemmen maar ze slaat een dagje over.
Op de boulevard komen Jean-Pierre en Esther tevoorschijn uit de portiek van een hotel, er staat een flinke wind en dat was toch best fris in een badjas.
Als we later in badkleding naar het water lopen voelen we pas echt wat kou is, de wind laat het wel weten. Snel het water in, "doorkomen is geen probleem" had Inge me bij thuiskomst al verteld, de hoge golven zorgen daar wel voor.
Het is een feestje steeds als het licht aan de horizon verdwijnt weet je dat er een enorme golf op je afkomt, je probeert je staande te houden en als dat lukt zie je de lichten van Zeeuws Vlaanderen weer opduiken. De tien minuten vliegen voorbij en Jean-Pierre kan zelfs "met" bril het water verlaten. Esther is ook helemaal happy dat de vijf uur durende treinreis in tien minuten volledig weggespoeld is.

Reacties

Populaire posts van deze blog

K-Kwal

Eerste lentedag

Flessenpost