Schijtgolfjes, rennen en lachen

Vrijdag acht maart, het weer is fantastisch dus als Inge voorstelt om rond half vijf te gaan zwemmen sluit ik meteen aan, Jean-Pierre en Esther gaan ook mee. De buitentemperatuur is 10 graden dus ik kan gewoon flip-flops aan. Er staat een pittig windje maar de zon houdt ons op temperatuur. Inge en ik zijn iets eerder en staan dus heel even op Jean-Pierre en Esther te wachten die in de verte al aan komen lopen. We staan naast twee vrouwen die op een bankje zitten en bijna angstig naar ons, in die rare jassen, kijken. Ik kan niet wachten tot Jean-Pierre en Esther er ook bij zijn en die twee vrouwen denken dat het een invasie van aliens is. Om dit aan te vullen zouden we eigenlijk een taaltje moeten ontwikkelen en op het moment dat we elkaar treffen een geanimeerd gesprek starten "onkywonka kiong", beantwoord met "kowokakak tiong" en weer als tegen reactie "pilonki kaka wiong". We lopen naar het water dat erg ver weg is, het is vandaag wel heel erg eb. Tijdens het uitkleden begint Inge met een heel verhaal dus ik onderbreek haar dat ze eerst het verhaal moet afmaken en ik dan pas mijn jas uittrek, de wind is namelijk toch best guur. Inge zegt dat ze het verhaal wel bewaart voor in het water en we gaan door met uitkleden, als iedereen (behalve Esther) in badkleding klaar staat zeg ik tegen Esther dat ze op moet schieten. Mijn eigen traagheid met omkleden wordt nu tegen me gebruikt, "rustig aan" zegt Esther. Een minuut later liggen we in het water, Jean-Pierre nog niet want die is vergeten de zwemactiviteit op zijn horloge te starten en komt daar pas na twee en een halve minuut achter. Als ik zeg dat hij dus langer dan ons in het water moet blijven wijst hij dat non-verbaal van de hand.
Esther stoort zich mateloos aan "de kleine kutgolfjes uit Breskens", ze zijn ook irritant, te laag om leuk te zijn en op de èèn of andere manier slaan ze altijd in je gezicht om, ik herhaal even later "schijtgolfjes", "plasgolfjes" wordt er door Jean-Pierre als correctie aangeboden.
Selfietijd roept Jean-Pierre en we poseren gezamelijk. Na het fotomoment wil Inge het water uit maar we zijn er pas vijf minuten in (Jean-Pierre officieel zelfs maar twee en een halve minuut) dus ze wordt teruggefloten. Na zes a zeven minuten roep ik "ik maak er een eind aan" en duik onder, tot ieders geruststelling kom ik snel weer boven en is duidelijk dat ik bedoelde "ik stap eruit" of nee beter: "ik ga eruit". Terug op het land belanden we in een soort van slap-stick, net nadat ik mijn zwembroek uit heb getrokken, waaien de tassen van Jean-Pierre en Esther weg, Esther en ik rennen erachter aan maar het waait zo hard dat we ze niet bij kunnen houden. Esther stopt ook al na tien meter want schiet in een slappe lach waardoor ze helemaal dubbel klapt. Ik ren door met mijn zwemcape aan en mijn zwembroek in mijn hand, een man die verder op met zijn vrouw over het strand loopt zet zijn voet op een van de tassen en ik neem de tas van hem over. Vervolgens rennen we samen, ik nu met een tas en mijn zwembroek in mijn hand achter de tweede tas aan, de man is sneller dan ik op mijn flip-flops en een paar honderd meter verder heeft hij de tweede tas te pakken. Ondertussen raap ik een een kledingstuk op op dat uit de tas is gevallen. De man komt hijgend aangelopen en ik bedank hem vriendelijk voor de assistentie, hij merkt, buiten adem, op dat hij nu toch nog even gesport heeft, wat niet in de planning lag. Ik bedank hem nogmaals en loop terug naar de achterblijvers die al die tijd keihard hebben staan schaterlachen om dit tafereel. Als ik bij het groepje aankom zeg ik "dit is de eerste keer dat ik met mijn zwembroek in mijn hand over het strand heb gerend om iemand anders onderbroek te vangen", het bleek een sportbroekje te zijn maar dat doet aan het verhaal niet veel af.

Reacties

Populaire posts van deze blog

K-Kwal

Eerste lentedag

Flessenpost