Echt Zen

Het is vrijdagmorgen achttien april, om tien uur verzamelen Esther, Evert-Jan, Inge, Kim en ik op de boulevard voor de geplande frisse duik, even lekker ontspannen in het (iets minder) koude water. We lopen richting de waterlijn in een zacht doorbrekend zonnetje. Het is laag water dus we parkeren onszelf op het harde zand. Evert-Jan en ik zijn in gesprek en ik heb dan ook niet in de gaten dat iedereen al in zwemkleding staat op het moment dat ik mijn schoenen uittrek. Aandachtig en geconcentreerd luister ik naar het commentaar dat aanhoudt tot het moment dat de hardste roepers (Inge en Kim) door hebben dat het aandachtige luisteren tot gevolg heeft dat het uitkleden helemaal tot stilstand is gekomen. Uiteindelijk kijkt het goed te komen en lopen we gezamelijk naar het water, of in ieder geval daar waar we water verwachten. Het strand ligt bezaaid met kwallen en dat geeft ons goede hoop dat er geen enkele meer aan het zwemmen is, de goede hoop blijkt valse hoop. Al meteen in het ondiepe water zien we een veelvoud aan kwallen, "ach alleen hier voor" hoor ik iemand optimistisch zeggen. We lopen verder maar bij iedere stap lijkt het aantal kwallen toe te nemen, "alleen maar witte kwallen" roep Evert-Jan eveneens optimistisch, "ah een blauwe" zeg ik en sla een deuk in het optimisme.
Eigenlijk doet die hele kleur er niet toe want op het moment dat we tot onze knieën in het water staan blijkt het vooral de Alfred-Hitchcock-film-waardige hoeveel aan kwallen te zijn. "Er is bijna geen water" roep ik boven het gegil van de anderen uit. Alle vijf voelen we de sterke aantrekkingskracht van het strand en willen weg, weg uit deze glibberige overkill aan natuurgeweld.
Het gaat hem niet worden vandaag besluit ik in mijn hoofd en roep "what the fuck!" Als de hoofdrolspeler in een super-Mario-achtig computerspel ren ik en spring ik, voorwaarts, zijwaarts achterwaarts, diagonaal, verticaal en horizontaal de zee in, in een poging zoveel mogelijk kwallen te ontwijken. De ontsnapping is onmogelijk en als ik diep genoeg ben ga ik met gevaar voor eigen leven kopje onder. Het gevaar zit hem overigens niet in de kwallen zelf maar vooral in de fobie en het risico dat je met een kwal op je hoofd bovenkomt, iets wat niet in een blog of op de foto hoeft te staan om lang door iedere zwembuur, mezelf uitgezonderd, aan herinnerd te worden.
Kopje onder en snel weer naar het oh zo veilige strand, de anderen volgen al snel, met uitzondering van Kim. Kim blijft nog zeker vijf minuten in de zee op zoek naar een kwalvrije plek om kopje onder te gaan. Vanaf de omkleedplek geniet de rest van dit schouwspel, de sprongetjes van schrik, een gil, een schaterlach, tot het uiteindelijk lukt en Kim zich vervolgens ook bij ons voegt en huilend van het lachen verslag uitbrengt.
Evert-Jan maakt de selfie en Esther schenkt de thee, "Inge-thee", zegt ze erbij. De zon is nu echt helemaal doorgebroken en langzaam komen we tot rust, echt Zen was het namelijk niet, misschien moeten we toch het tij weer een beetje in de gaten houden, en de kwallenradar.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Nou nou, leuk? Dat zullen we nog wel zien!

Condooms en hete honden

My first matje